Een ’goede buur’, altijd dichtbij in Leidse wijk

Veel vrijwilligers en beroepskrachten maken zich zorgen over het voortbestaan van de buurontmoetingsplekken, omdat de gemeente Leiden het contract met alle welzijnsinstellingen per 1 juli 2020 heeft opgezegd. Onzeker is nog welke organisaties daarna het welzijnswerk voor hun rekening mogen nemen en hoeveel geld ze krijgen; dat is afhankelijk van de uitkomsten van een Europese aanbestedingsprocedure. Achttien organisaties hebben in juli bezwaar aangetekend tegen de aangekondigde reorganisatie.

Yvonne Vink komt elke dag, met haar hondje, even langs in de Herenstraat nummer 61. Ze is net weduwe en moeilijk ter been. ,,Ik val nogal vaak en als ik thuis ben kost dat geld’’, zegt ze, wijzend op de alarmknop die aan een koordje om haar nek hangt. ,,Als ik daar op druk gaat de meter meteen lopen. Vier euro vijftig kost het op zijn minst en elke vijf minuten dat de hulp langer duurt, komt er iets bij. Soms moet ik 27,50 euro betalen. Je kunt tien keer op je bek gaan, de meter blijft doorlopen.’’ In het miniatuurbuurthuis van de Leidse zorginstelling Libertas aan de Herenstraat zit Vink veilig en er is altijd iemand in de buurt. ,,Je kunt wel altijd naar je buren gaan als er iets is, maar die worden je dan snel zat.’’

Zomaar een dinsdagochtend in de buurtontmoetingsplek voor de Tuinstad-Staalwijk en de ’huiskamer’ is aardig gevuld. Ook Jack Wagemans, voorheen werkzaam als machinaal houtbewerker, is een van de wijkbewoners die ’bijna elke dag’ even komt buurten. De een is afgekeurd, de ander langdurig werkloos of al met pensioen. Wat de meeste bezoekers bindt, is dat ze niet veel geld hebben, dus een kopje koffie drinken op een stadsterras is er meestal niet bij. Hier kunnen ze volstaan met een kleine, vrijwillige bijdrage.

Openbaring
Bert Rodenburg (72) uit de Druivenstraat is vandaag voor het eerst binnengelopen en hij spreekt over een ’openbaring’. ,,Weet u wat de definitie is van een openbaring?’’, vraagt hij. ,,Dat is een tijdelijke afwezigheid van tijd en angst. Een geluksmoment. Straks moet ik natuurlijk weer gaan stofzuigen, dan is het weer voorbij.’’

Rodenburg heeft in zijn eigen wijk, Cronestein, meermalen vergeefs geprobeerd met zijn buren in contact te komen. ,,Was er in mijn wijk maar zoiets als dit. De Druivenstraat is een doodsaaie straat, ik woon er al 25 jaar. Er is geen onderling contact. Herman van Veen heeft daar liedje over: als poppen in de poppenkraam zitten ze achter het raam. Als dooie poppen.’’ Hij is een beetje bang dat de verslaggever ook snel afhaakt: ,,Mag ik nog even ouwehoeren? Kun je het nog aan?’’

Schillenboeren
Om elf uur komt een grote groep ’schillenboeren’ de huiskamer binnen. Het zijn bewoners van zorginstelling Swetterhage uit Zoeterwoude die, onder begeleiding van vrijwilliger (en buurtbewoner) Ferry Rigault, wekelijks groente- en fruitafval in de wijk ophalen. ,,Koffie allemaal, jongens?’’

Gert Hoek (63) zit voor iedereen klaar om te helpen bij het invullen van lastige formulieren. Dat spreekuur bemant hij sinds 2,5 jaar, als vrijwilliger. ,,Ja, dit zou eigenlijk een betaalde baan moeten zijn’’, zegt de man die is opgeleid als sociaal werker, maar al tijden werkloos is. ,,Misschien moet ik de stoute schoenen aantrekken en het gewoon eens proberen: solliciteren. Het is misschien raar om zelf te zeggen, maar ze zijn erg tevreden over me bij Libertas.’’

Hoek helpt Leidenaars met het aanvragen van bijvoorbeeld een DigiD, een inkomenstoeslag, of bijzondere bijstand. ,,Wijkbewoners hebben vaak wel een smartphone waar ze van alles op doen, maar geen computer. Hier kunnen ze formulieren printen, die ze dan thuis invullen. Daarna komen ze dan weer bij mij terug.’’ Het is dankbaar werk: ,,Ik had hier een keer een Afrikaan uit Congo, die een belastingschuld van 3.000 euro had. Hij had een woning in de buurt en een paar logees bleken zich achter zijn rug ingeschreven te hebben op zijn adres. Na lang heen en weer schrijven is het gelukt om die belastingschuld van tafel te krijgen.’’

Achter de ruimte waar wijkbewoners koffie drinken is een werkplaats. Daar zwaait vrijwilligster Brigitta Broosus (59) de scepter. ,,We mogen bij het gemeentelijk kringloopbedrijf Het Warenhuis af en toe spulletjes ophalen, die we hier dan pimpen.’’ Ze laat een krukje zien met een zitting van oude fietsenbanden en mandjes van plastic linten. ,,Die zaten om partijen stenen die hier in de straat zijn gebruikt en hebben we meegenomen. Mooi hergebruik toch?’’

Broosus heeft 25 jaar gewerkt bij Fokker als ’vliegtuigmonteuse’, maar verloor door reorganisaties haar baan. Als zzp’er heeft ze het nog een tijd geprobeerd, maar ook dat hield op. En een winkel die ze zeven jaar runde, redde het in de crisis niet. ,,Daarna kreeg ik een burn-out’’, zegt de geboren en getogen Brabantse, die naar Leiden is verhuisd omdat haar dochter daar woont. ,,Nu heb ik hier mijn draai gevonden.’’ Al blijft het jammer dat ze haar loopbaan waarschijnlijk moet afsluiten met zeven jaar bijstand. ,,Je hebt je hele leven geprobeerd zelfstandig te blijven en dan eindig je in de bijstand, dat is diep triest. Gelukkig heb ik in de goede tijd nog een lekker klein flatje aan het Van Vollenhovenplein kunnen kopen.’’

De enige beroepskracht die in de Herenstraat rondloopt, is sociaal werker Fransje Barnard, die op het punt staat om naar een vergadering in Het Gebouw in Leiden-Noord te gaan. ,,Dag liefjes’’, en weg is ze.

Buurthuisjes
’Buurthuisjes’ zoals in de Herenstraat zijn er op vier plekken in Leiden. In een oud winkelpand in de Willem Klooslaan is er een, in zorgcentrum Rijn en Vliet aan de Aaltje Noordewierlaan kun je dagelijks terecht en in zorgcentrum De Parelvissers aan het Bizetpad is een wijkontmoetingsplek.

Alle buurthuisjes, of buurtkamers, bieden uitlopende activiteiten aan, al willen veel bezoekers niet meer dan even kletsen of een kopje koffie drinken. ,,De enige voorwaarde om hier binnen te komen, is dat je mens bent’’, zegt een van de vrijwilligers in de Willem Klooslaan. ,,Je kunt hier zijn, je hoeft niks. Kom gewoon binnen, een bakkie doen. Er zijn in deze wijk bewoners die dagenlang met niemand praten.’’

Bij Rijn en Vliet is het op dinsdagmiddag afgeladen vol met – vooral vrouwelijke – wijkbewoners. ,,Er zijn heel veel alleenstaande vrouwen in deze buurt’’, zegt sociaal werkster Marlies Tiepel, in dienst bij Libertas. ,,Bewoners van de Professorenwijk redden zich over het algemeen wel, maar in deze wijk is dat vaak wat lastiger.’’

,,Wij gaan er vanuit dat we gewoon doorgaan’’, zegt Tiepel. Haar collega Naima Reggani knikt instemmend. ,,Er is gewoon héél veel behoefte aan dit soort plekken in de stad.’’

Erna Straatsma, Leidsch Dagblad 11 september 2019 – foto’s Taco van der Eb