Nu leeft mijn gezin nog steeds met restricties

In deze blog collega Femke aan het woord over de impact van Corona op haar werk en leven.

Het is medio maart dag 1, op de gang van een kleinschalige woonunit staat een dementerende bewoner. Met de armen wijd, om mij als verpleegkundige een knuffel te geven. Als een reflex geef ik de bewoner een knuffel.

Het is dag 2, ik word gebeld. Dezelfde bewoner lijkt grieperig, hoesten, niezen en waterige oogjes of ik even wil komen kijken. Bewoner lijkt niet lekker, maar echt ziek ook niet. Voor de zekerheid wil de arts toch een test afnemen, ik assisteer daarbij. De arts beschermd, ik onbeschermd, want ik kan voldoende afstand houden. Op de fiets naar huis beginnen de zorgen. Het zal toch niet….? Thuis maar eerst onder de douche en daarna pas de kinderen ophalen van de BSO.

Het is dag 3, er heerst een spanning op de afdeling, voor de zekerheid alle veertig bewoners maar extra temperaturen. Gelukkig hebben we genoeg persoonlijk beschermende middelen in huis om de bewoner geïsoleerd te verplegen. De dag duurt lang, en de bewoner lijkt zieker te worden. Rond 15:00 het bericht, bewoner is positief getest. Overleggen volgen; met het team, de arts, teammanager en nog veel meer.
Familie wordt op de hoogte gebracht en het gehele verpleeghuis is in opperste staat van paraatheid. Binnen het team is er angst en daadkracht. Angst voor de gezondheid van deze bewoner, voor de andere bewoners, voor de gezondheid van onze eigen familie en collega’s. Iedereen heeft wel een reden om niet te komen naar een plek waar het virus geconstateerd is, toch doen we het. Niet omdat we ooit een belofte hebben afgelegd, maar omdat we juist nu voor onze bewoners willen zorgen.

De dagen en de weken daarna leken wel scènes uit een slechte film, sommigen komen nu nog wel eens in mijn dromen langs. Gelukkig hadden we altijd genoeg persoonlijk beschermende middelen en onderling een goede sfeer.

Meer bewoners op dezelfde afdeling werden ziek, uiteindelijk zijn er vijf bewoners geïsoleerd verpleegd, op een afdeling die totaal in quarantaine was. Echt pauze houden was er voor niemand meer bij, medewerkers konden een boterhammetje eten op hun eigen afdeling, om kruisbesmettingen te voorkomen.

Helaas zijn er drie bewoners overleden. Ook een aantal collega’s en hun naasten zijn besmet geraakt. Het was een tijd van een groot gevoel van samenhorigheid, maar ook van veel angst, zorgen en verdriet. De besmetting hadden we gelukkig door hard werken redelijk snel onder controle en nu zijn we een coronavrij huis, maar voor hoelang?

De werkzaamheden veranderden, mede doordat er geen familie meer langs mocht komen. Het was een periode van werken, omkleden, naar huis, tas buiten neerzetten, douchen, zorgen voor het gezin en zorgen maken over niemand te besmetten.  Niet alleen bewoners of collega’s maar ook het niet besmetten van mijn eigen gezin, ik heb ook (schoon) ouders uit risicogroepen.

Nu, weken later,  leeft mijn gezin nog steeds met restricties. Mijn schoonouders heb ik al vanaf maart niet meer gezien, mijn kinderen mogen niet bij andere binnen spelen of naar partijtjes en boodschappen laat ik bezorgen. Dit alles met het doel om maar geen besmettingen mee het verpleeghuis in te nemen. Alles wat ik in privé tijd doe, is weloverwogen. Ik weet dat ik hierin niet de enige ben.

Nu de bezoekregeling gelukkig wat versoepeld is kan ik nog heel verdrietig worden van familieleden met klachten over de manier van bezoeken. De opmerking ‘jullie staan binnen anderhalve meter zonder mondkapjes en gaan overal heen’ krijg ik meerdere malen per week te horen en schiet mij continu in het verkeerde keelgat. Sinds wanneer is het zorgen voor kwetsbare ouderen een tweestrijd geworden tussen de familie en de zorg? Nog steeds willen wij het beste voor onze bewoners en daar horen familie en naasten zeker bij, maar wel in stapjes.

Maar mogen wij de versoepeling ook spannend vinden? Voor dat wat mogelijk weer gaat komen? Ook wij hebben allemaal een eigen verhaal en familie en naasten over  wie wij ons zorgen maken.

Femke, locatieverpleegkundige