Werk geeft mij een fijner gevoel

Spelletjes, een wandeling of de krant voorlezen aan een bewoner in het verpleeghuis. Er is meer tijd voor, sinds het rijk ’kwaliteitsgeld’ beschikbaar stelde. Een interview in het Leidschdagblad.

Daryl Willemstein (30), verpleegkundige bij het Gebouw in Leiden, merkt dat ook tot zijn blijdschap. „Het werk geeft mij een fijner gevoel. Bewoners krijgen een prettigere laatste fase van hun leven.”

Het Gebouw is een huis van zorgorganisatie Libertas Leiden, waar in totaal 21 dementerenden in drie groepen wonen. „Voorheen stonden we alleen tijdens spitsuren met twee medewerkers op de groep, nu staan we van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat altijd met zijn tweeën.”

De zorgmedewerkers kunnen meer inspelen op de wensen van bewoners. „Wil iemand vroeg opstaan of juist uitslapen? We kunnen daar nu meer rekening mee houden.”

Er zijn ook veel meer trainingen gekomen. „We krijgen daardoor meer informatie om het werk goed te doen, bijvoorbeeld over het nieuwe elektronisch cliëntendossier.”

Willemstein leerde ook hoe hij en zijn collega’s met de nieuwe situatie waarin meer tijd is voor welzijn, moeten omgaan. „Het vergde immers een cultuuromslag. Hoe reageer je als de een druk bezig is met de zorg en de ander rustig een spelletje doet met een bewoner?”

Een verandering is ook de uitbreiding van uren van de activiteitenbegeleidster. „Daardoor kunnen bewoners ook eens met de bus naar het strand of een tuincentrum.”

De aansluiting tussen thuis en het verpleeghuis wordt beter, merkt Willemstein. Hij schreef dat ook in een landelijke publicatie van brancheorganisatie Actiz, dat deze week is aangeboden aan minister Hugo de Jonge.

Boekje voor minister De Jonge

Het Rijk stelde vorig jaar een eenmalig budget van 2,1 miljard euro beschikbaar om de kwaliteit van de ouderenzorg in het verpleeghuis te verbeteren. In 2017 was er 100 miljoen beschikbaar, dit jaar 435 miljoen. Dat bedrag loopt op tot 2,1 miljard in 2021.
Wat merken verpleeghuisbewoners en medewerkers van het extraatje? 47 zorginstellingen in Nederland, waaronder Libertas Leiden, werkten mee aan een boekje ’Aan het werk in het verpleeghuis’.

Hierin staan verhalen van zorgmedewerkers en bewoners van verpleeghuizen. Deze week overhandigde branche-organisatie Actiz het boekje aan minister Hugo de Jonge en voorzitter Helma Lodders van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

*************

Het leven in het verpleeghuis is er een stuk aangenamer op geworden, sinds het rijk vorig jaar miljoenen ’kwaliteitsgeld’ beschikbaar stelde. Verpleeghuisorganisaties in de Leidse regio reageren blij en opgelucht, maar plaatsen ook kanttekeningen.
Want het geld is alleen bedoeld voor de zorg voor bewoners in de verpleeghuizen. Waarom niet ook voor de steeds groter wordende groep thuiswonenden? En waarom moet het kwaliteitsgeld voor 85 procent worden gebruikt voor extra personeel, dat amper te vinden is? Het zijn veelgehoorde reacties van afgevaardigden van Marente met huizen in Leiden en de Duin- en Bollenstreek, Libertas Leiden en Roomburgh in Leiden, Wijdezorg in de Rijn- en Veenstreek en Zoeterwoude, DSV Verzorgd Leven in de Duin- en Bollenstreek en Topaz in Leiden en regio.

Marente die dit jaar 3 miljoen euro extra kreeg, heeft meer dan 90 procent van het extra budget gebruikt om 120 medewerkers extra aan te trekken. „Het gaat dan vooral om medewerkers die veel meer aandacht kunnen geven aan persoonlijke zorg en het ondersteunen van de zorg in de huiskamers”, zegt bestuursvoorzitter Gerrit Jan Vos.

Deskundigheid

„Verder zijn kwaliteitsverpleegkundigen aangetrokken, zodat de deskundigheid in de teams is verhoogd.” Ook de andere organisaties investeren in extra personeel en opleidingen. DSV kreeg vorig en dit jaar 1,75 miljoen euro. Anderen noemen geen cijfers. Zorgorganisatie Activite wilde helemaal geen vragen beantwoorden.

Schrijnend

Waarom is er niet ook voor de thuiszorg extra kwaliteitsgeld beschikbaar gekomen, vragen afgevaardigden van zorgorganisaties in de Leidse regio zich af. ,,Het is schrijnend dat extra geld voor de thuiszorg uitblijft’’, zegt een woordvoerster van Libertas Leiden.

,,Mensen komen uit een thuissituatie waarin de stress en druk al erg zijn opgelopen.’’ Bestuursvoorzitter Gerrit Jan Vos van Marente vult aan: ,,Met betere tarieven in de thuiszorg kunnen we hier ook een situatie creëren van minder werkdruk, lager verzuim, aantrekkelijker werkgever en vooral tevreden medewerkers en cliënten.’’ Hij ziet bij zijn verpleeghuizen nu al een aantoonbare daling van het ziekteverzuim: 4,5 procent tegen 6,5 procent landelijk.

De woordvoerders van Libertas Leiden, Marente, Topaz, Wijdezorg en Roomburgh plaatsen meer vraagtekens. De regels zijn streng: 85 procent van het kwaliteitsgeld moet worden besteed aan extra zorgmedewerkers. 15 procent is voor ‘overige zaken’, zoals innovatie. Ze pleiten voor meer flexibiliteit. Directeur Bert Buirma van Roomburgh: ,,De regeling is specifiek gericht op meer medewerkers. Maar kwaliteit laat zich niet altijd vertalen in meer mensen. Bovendien moeten ze er wel zijn.’’

Innovaties

Ook Topaz, Libertas en Wijdezorg noemen de arbeidskrapte als knelpunt. Daarom zouden ze juist meer van het ’kwaliteitsgeld’ willen gebruiken voor het zoeken naar arbeidsbesparende innovaties. Libertas noemt bijvoorbeeld het idee van ’jobcarving’. ,,Dat betekent dat we niet-zorgtaken clusteren in nieuwe functies voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.’’

Wijdezorg zou graag de werkdruk willen verlichten in de zorg door meer in te zetten op ondersteunend personeel, automatisering en technologie. ,,Hiermee verwachten we met hetzelfde aantal zorgmedewerkers meer zorg en aandacht te kunnen geven aan de cliënten.’’

Onderwijs

Gerard Herbrink, directeur-bestuurder bij DSV Verzorgd Leven is ronduit positief. Hij kan goed uit de voeten met de extra gift van het rijk en gebruikt die vooral voor het opleiden van nieuwe medewerkers. ,,Zo kunnen we ook voor de lange termijn voldoende goed opgeleide zorgmedewerkers behouden.’’ Herbrink wijst op een nieuw onderwijsproject waaraan DSV met collega-organisaties deelneemt. ,,Het accent ligt op leren op de werkplek zelf.’’

Bron: Leidschdagblad, 3 november 2018, Marieta Kroft.